Vrijwilligers belonen en behouden

Hoe geef je vrijwilligers erkenning, waardering en beloning? Zelf vinden vrijwilligers ‘dank je wel’ vaak al genoeg. Maar als je vrijwilligers wilt behouden, moet je meer doen.

Voor vrijwilligers horen erkennen, waarderen en belonen bij elkaar. Het gaat ze niet om een materiële vergoeding zoals een cadeautje, kerstpakket of tegoedbon. Deze vorm van beloning is leuk meegenomen maar niet de reden dat iemand vrijwilligerswerk doet. De beloning die vrijwilligers willen, ligt op een ander vlak. Het heeft te maken met erkenning en waardering. In het eenvoudige ‘dank je wel’ komen ze in feite alle drie samen. Door aandacht te besteden aan erkenning en waardering kun je vrijwilligers belonen en behouden. Dat kan op verschillende manieren.

NLdoet

Het Oranje Fonds organiseert ieder jaar in maart, samen met duizenden organisaties in het land, NLdoet; de grootste vrijwilligersactie van Nederland. NLdoet zet vrijwillige inzet in de spotlights en stimuleert iedereen om een dag(deel) de handen uit de mouwen te steken. Bij de editie in 2016 deden maar liefst 350.000 mensen mee.

Let op motivatie

Uit verschillende studies blijkt dat je vrijwilligers kunt belonen door tegemoet te komen aan hun motivatie. Het gaat daarbij om de intrinsieke motivatie. De intrinsieke motivatie is voor iedere persoon anders. Voor de een gaat het om kennis en ervaring opdoen, voor de ander om het uitbouwen van het eigen netwerk of een zinvolle dagbesteding. Hoe weet je als organisatie wat de intrinsieke motivatie is van een vrijwilliger? De kortste route is: ernaar vragen en ook dóórvragen, bijvoorbeeld via de vrijwilligers tevredenheidstoets. Door in te spelen op die motivatie, kun je vrijwilligers belonen en langer behouden.

Meteen beloond

Er is verschil tussen directe en uitgestelde beloning. Bij directe beloning is er sprake van een korte tijd tussen de vrijwillige inzet en de beloning. Denk bijvoorbeeld aan noodopvang van vluchtelingen. Vrijwilligers ontvangen meteen dankbaarheid van de mensen die worden opgevangen. Vrijwilligerswerk dat een directe beloning oplevert, is aantrekkelijk voor vrijwilligers. Hoe groter de dankbaarheid, hoe groter de beloning. Mensen die hiervoor kiezen, doen vaak vrijwilligerswerk voor korte tijd.

Uitgestelde beloning

Bij een uitgestelde beloning zit er meer tijd tussen de beloning en het vrijwilligerswerk. Een mooi voorbeeld van uitgestelde beloning is deskundigheidsbevordering. Deze vorm van belonen wordt vaak onderschat, zo blijkt uit een studie van Marcel Hoogenboom (2010). Hij vergeleek de toestroom van vrijwilligers bij de Zonnebloem met die van Buitenhof, een organisatie die vakanties organiseert voor gehandicapten mensen. Bij Buitenhof moeten vrijwilligers eerst trainingen volgen. Uit de studie blijkt dat Buitenhof een wachtlijst heeft. Voor bepaalde groepen vrijwilligers, zoals hoger opgeleiden, blijkt beloning in de vorm van deskundigheidsbevordering aantrekkelijk.

Wederkerigheid

Steeds vaker zien we in het vrijwilligerswerk een vorm van een vooruitgestelde beloning, gebaseerd op wederkerigheid. Het principe ‘ik doe wat voor jou omdat jij iets voor mij gedaan hebt’ is in het vrijwilligerswerk vertaald in ‘jij mag bij ons lid worden wanneer jij of jouw ouders vrijwilligerswerk doen voor de club’. In de gemeente Deventer wordt wederkerigheid ingezet voor kindplaatsen. Dit houdt in dat ouders met een laag inkomen in aanmerking komen voor een kindplek bij een kindcentrum. Ze hoeven daarvoor niets te betalen, maar de gemeente verwacht wel dat zij daarvoor een tegenprestatie leveren van gemiddeld 8 uur per week. En zo zijn er meer voorbeelden van wederkerigheid. Bijvoorbeeld voorlezen op school of een bardienst bij een sportclub. Ook de zorg voor iemand die hulpbehoevend is, geldt als wederkerigheid. Mensen regelen hun wederkerigheid zelf. De wederkerigheid wordt vastgelegd in een wederkerigheidsovereenkomst.

En de tegenprestatie?

Naar mate de beloning opschuift van wederkerigheid naar tegenprestatie – en mensen voor hun levensonderhoud afhankelijk worden van het vrijwilligerswerk – krijgen steeds meer mensen moeite de inzet nog als vrijwilligerswerk te zien. De tegenprestatie zoals die in de Participatiewet verwoord is, wordt dan ook niet gezien als vrijwilligerswerk. In feite is dan ook geen sprake van beloning voor de tegenprestatie maar van een wettelijk vastgelegd recht.

Feedback als beloning

Uit een studentenonderzoek van Vivian Hoogerwaard (2015) blijkt dat voor het behoud van vrijwilligers niet alleen erkenning van belang is maar ook een goede persoonlijke relatie, goed geïnformeerd worden, persoonlijke groeimogelijkheden, een billijke behandeling en goede feedback op het functioneren van de vrijwilliger. Uit deze studie komt naar voren dat vrijwilligers net als betaalde medewerkers goede feedback enorm waarderen omdat het de mogelijkheid biedt hun werk beter te doen waardoor ze zelf meer voldoening hebben en meer erkenning en waardering krijgen. Ook hier ligt een kans voor vrijwilligersorganisaties.

Feestje

Het erkennen, waarderen en belonen van vrijwilligers is dus meer dan het organiseren van een etentje of vrijwilligersfeest. Dat wil niet zeggen dat die niet belangrijk zijn. Feestjes worden vooral gewaardeerd omdat ze de vrijwilligers de mogelijkheid bieden om te netwerken en andere vrijwilligers te ontmoeten. Slechts een klein deel van de vrijwilligers vindt een presentje, kortingsbonnen of een geldelijke vergoeding belangrijk. Een overgrote meerderheid vindt te grote cadeaus en vergoedingen ongepast. Grote beloningen kunnen hun belangen schaden en hun intenties in twijfel trekken. Een onkostenvergoeding wordt niet als beloning gezien, maar als compensatie van de kosten die ze maken voor het vrijwilligerswerk.

Kortom

Erkenning, waardering en beloning van vrijwilligers is maatwerk. Het begint met ‘dank je wel’ zeggen. Maar door rekening te houden met de intrinsieke motivatie van vrijwilligers, kan de juiste maat worden gevonden. En dat betekent dat de ene vrijwilliger een kerstpakket wil en de ander een training. Zo kun je verschillende vrijwilligers belonen én behouden.

Bron: Movisie